Het ketogeen dieet is een dieet wat bedoelt is om af te vallen en wordt ook gebruikt om bepaalde vormen van epilepsie te behandelen. Het ketogeen dieet voelt voor veel mensen als vreemd en ongezond omdat het ingaat op wat we vroeger over voeding leerde. Het dieet wordt namelijk gekenmerkt door een extreem hoge consumptie van vetten. Hoe je desondanks toch kunt afvallen met dit dieet lees je hier.

 

Ketonen

Het ketogeen dieet ontleed zijn naam aan ketonen. Dat zijn moleculen die worden gevormd uit vetten die vrij komen als vet wordt verbrand. Want om vet verbranden draait tenslotte alles als je af wilt vallen. Je wilt gewicht kwijt en specifiek wil je vetmassa kwijt. Spieren wil je liever niet kwijt, die zijn nodig om je sterk te houden en blessures te voorkomen.

Het ketogeen dieet is dusdanig ingericht dat je lichaam wordt gedwongen om vet te gaan verbranden. Dit is best een lastige opgave, het lichaam heeft namelijk de voorkeur voor glucose als brandstof. Het gaat pas over op het verbranden van vet als er geen glucose voorradig is. Glucose komt uit de voeding en is een enkelvoudig suikermolecuul. Door koolhydraten af te breken ontstaat glucose. Het bijzondere van glucose is dat het lichaam er niets anders mee kan dan het als brandstof te gebruiken. Tegelijkertijd is de opslagcapaciteit voor glucose maar beperkt. De brandstof waarvan wel veel opgeslagen kan worden is vet. Heeft het lichaam een overschot aan glucose dan zal het deze omzetten in lichaamsvet zodat het opgeslagen kan worden. Biologisch zijn we dusdanig ingericht dat geen energie verspild wordt. Hierdoor komen we aan.

 

De werking van het ketogeen dieet

Bij het ketogeen dieet gaat je het lichaam vet te verbranden door (vrijwel geheel) te stoppen met het eten van glucose. Hierdoor wordt het gedwongen om over te schakelen naar vetverbranding. Het voordeel hiervan is dat het lichaam op dat moment efficiënter wordt in het verbranden van vet. Hierdoor gaat het afvallen sneller. Dit is te danken aan het dalen van de insulinespiegels.

Insuline is een metabool hormoon. Het heeft allerlei taken in het lichaam waarvan de opname van glucose uit het bloed de belangrijkste en bekendste is. Daarnaast zorgt het hormoon insuline van de opslag van vet in de vorm van lichaamsvet. Doordat je bij het ketogeen dieet vrijwel geen koolhydraten meer eet kan de insulinespiegel dalen. Er hoeft immers geen glucose meer uit het bloed opgenomen te worden.

 

De verdeling van de macronutriënten

Normaal gesproken bestaat ons dieet voor 55% tot 60% uit koolhydraten. Denk maar aan het brood, de aardappel, de rijst en de pasta die we zo graag eten, dat zijn allemaal koolhydraten. En dan hebben we nog alles waar suiker in zit zoals koek, snoep, chocolade en frisdrank. Bij het ketogeen dieet ga je deze verhouding helemaal op z’n kop gooien. De hoeveelheid koolhydraten zal dat een absoluut minimum worden beperkt. Helemaal geen koolhydraten meer eten is in de praktijk erg moeilijk omdat veel voedingsmiddelen altijd wel minimale hoeveelheden koolhydraten bevatten. Bij het ketogeen dieet zal de hoeveelheid koolhydraten daarom rond de 5% komen te liggen. De koolhydraten die je normaal gesproken zou eten worden ingeruild voor voedingsmiddelen die rijk zijn aan vetten. De hoeveelheid vetten die je eet komt hiermee rond de 80% te liggen terwijl dit normaal gesproken ongeveer 30% is. De hoeveelheid eiwitten die je eet blijft ongeveer gelijk en ligt op 15% tot 20%.

Voor het eten van eiwitten hoef je geen moeite te doen. Omdat je veel voedingsmiddelen zal eten met een dierlijke oorsprong, zoals eieren, kaas en vette vissoorten krijg je vanzelf voldoende eiwitten binnen. De eiwitten zijn belangrijk als je een dieet volgt. Deze voorkomen dat je spiermassa zult verliezen. Met het verlies van spiermassa kan de stofwisseling trager worden, iets wat je natuurlijk wilt voorkomen als gewichtsverlies je doel is.

 

Wanneer ben je in ketose?

Ketose is de metabole toestand waarin je lichaam van glucoseverbranding is overgeschakeld op vetverbranding. Deze omschakeling duurt een paar dagen en tijdens deze overgangsfase kan je last krijgen van iets wat de ketogriep wordt genoemd. Je kunt dan wat hoofdpijn krijgen en wat griepachtige verschijnselen ervaren. Dit komt omdat het lichaam tijdens de omschakeling veel vocht zal verliezen. Het verlies van vocht komt door het uitputten van de glycogeenvoorraden (de glucosevoorraden). Glycogeen houdt behoorlijk veel vocht vast en met het verlies van glycogeen gaat ook vocht verloren. Het is daarom belangrijk om voldoende te drinken en voldoende natrium te gebruiken.

Of je in ketose bent kan je herkennen aan een aantal zaken. Deze zijn:

 

  • Het verlangen in suikerrijke voeding verdwijnt
  • Je voelt je stabieler en constanter in je energie. Dit komt omdat deze bloedsuikerspiegel stabieler wordt.
  • Je kunt helderder denken en je beter focussen. De hersenmist verdwijnt.
  • Je kunt uit je mond gaan ruiken (dit is helaas een nadeel van het ketogeen dieet).

Het is belangrijk om te weten of je lichaam echt in ketose is. Pas als je lichaam in ketose is zal het verbranden van lichaamsvet efficiënt gaan verlopen. En als je echt in ketose bent dan is het dieet ook een stuk makkelijker vol te houden omdat de schommelingen in de bloedsuikerspiegel uit blijven. Het zijn de schommelingen in de bloedsuikerspiegel die zorgen voor de aanmaak van hongerhormonen. Als je niet in ketose bent dan is dit een teken dat je toch nog teveel koolhydraten binnen krijgt. Dit kan ook onbedoeld zijn, misschien eet je iets waarvan je denkt dat er geen suiker of koolhydraten in zitten terwijl dat wel zo is.

Om er zeker van te zijn dat je echt in ketose bent kan je gebruiken maken van ketose strips. Door over deze strips te urineren zie je gelijk hoeveel ketonen je in je lichaam hebt. Dit is een betrouwbare manier om te beoordelen of je de koolhydraten voldoende uit je dieet hebt geëlimineerd.